U mag mij kielhalen, vierendelen, met pek en veren beladen of in het ergste geval een big mac dwangvoederen, maar ik geef het graag toe: ik heb mijn belofte gebroken. Mijn, toegegeven, lichtjes neurotische dwangidee om gehypete restaurants niet of althans niet in de eerste twaalf maanden na opening te bezoeken en bespreken. Zo heb ik nog steeds niet in The Jane gegeten, en zat ik in Pure C aan tafel toen het nog geen Oud Sluis-light was en er nog schotels konden gedeeld worden – Pure C was het eerste gastronomische restaurant in de lage landen dat aan sharing deed, maar dit geheel terzijde.
Tripadvisor
Wat bracht mij dan naar AIRrepublic? Omdat ik er evenveel slechte dingen over hoor dan goeie. Omdat de wachttijden lang zijn, de obers arrogant, de prijzen hoog en de kwaliteit wisselend. Zeg niet ik, maar de betweters op Tripadvisor en andere kanalen waar ook een volslagen culinaire minkukel heden ten dage zijn zegje mag doen. Dat stemt een mens een beetje humeurig als hij een maand op voorhand een tafeltje voor twee reserveert.
Genot
Welnu, laten we die kritieken een moment van dichterbij bekijken.
De wachttijden zijn lang. Mmnee. En ook een klein beetje mmja. 13u30 tot 15u30 voor aperitief, voorgerecht, hoofdgerecht, dessert. Dat lijkt me echt waar binnen de limieten van het welvoeglijke te vallen. Je komt er toch om van een heerlijke middag en van het uitzicht te genieten, niet? AIRrepublic mikt in juli en augustus niet op maatpakken. Ik zie gezinnen met kinderen, grote gezelschappen, een paar stelletjes. Bermuda’s, polo’s, gebruinde armen, opwaaiende zomerjurken, Ibiza-juweeltjes.
De kwaliteit is wisselend. Dat weet ik niet. Ik zou het u kunnen vertellen als ik er vanaf nu tot half augustus minstens drie keer per week hetzelfde zou eten. En dat plezier gun ik zelfs Sergio Herman niet. Wat ik u wél kan zeggen, is dat mijn maaltijd van een uitzonderlijk hoog bistroniveau was. Dat de scheermesjes bij het aperitief (Vermut van Lustau) rustten op hemelse zure citrusroom, de vissoep met uitzondering van de overbodige aardappel beter was dan de versies die ik eerder deze zomer in Sète en Marseille lepelde, het stuk grietbot net zolang op de bbq was gegaard tot het spinnend van genot aan tafel verscheen, er heelder stukken kreeft in de béarnaise schuilgingen, de conchiglie zo ‘al dente’ waren dat er ten zuiden van Milaan plotsklaps een alarmbel afging en de ratatouille pittig en krokant smaakte. Nou, daarvoor wou ik desnoods nog een kwartier langer wachten. De Café glacé achteraf? Ach, ik slurp graag decadenterwijs aan een klassieke versie, maar als je deze deconstructie lang genoeg in de zon zou zetten, had je alsnog het gewenste drankje. Nee, echt, dit menu was voor z’n 48,50 euro + 14,50 euro supplement (voor de bereiding met griet) pertinent, correct, juist gegaard en gekruid, in balans, en gewoon heel erg lekker.
Zeeuwen
En de obers? Die hups in het pak zittende meiden met hun Nike-schoentjes? Die ene kerel die verrukt was dat er eindelijk iemand die wijnglazen met hun bijzondere vorm mooi vond? De maître die helemaal tot aan de slagboom liep omdat mijn tafelgezellin in het gips stak en ik gedwongen dichterbij moest parkeren? Die zijn helemaal niet arrogant. Het zijn Zeeuwen. Dat is een volk apart. Sergio Herman weet er alles over.