‘We zijn binnen een uurtje in Bangkok, als het verkeer meevalt’, zegt de gids wanneer we de luchthaven buiten komen. Geen probleem. Wij Belgen zijn de Antwerpse Ring gewoon. Was dat even een misvatting. Wanneer in Thailand een belangrijk persoon op bezoek komt, roepen ze een nationale feestdag uit. De Thai willen dat deze persoon zich rustig in de stad kan voortbewegen zodat het land niet als een grote chaos overkomt. Nochtans is net die chaos, en dat respect voor buitenlandse invloeden en culturen, wat Bangkok en het Thaise volk zo uniek maakt.

Zo’n 240 jaar werd Bangkok de hoofdstad van Thailand. Ze groeide vanuit een handelsnederzetting langs de Chao Phraya-rivier, Thonburi. Dit oude hart van de stad bestaat nog steeds. Het is een wirwar aan steegjes waar je maar beter een goede kaart of Google Maps ter hand neemt. Chaos, maar dan ver weg van het drukke verkeer. Je ontdekt er de oude houten constructies. Veel ervan zijn in een erbarmelijke staat, anderen zijn verdwenen of afgebrand. En nog andere leveren unieke ontdekkingen op.

De kleur van dinsdag, omdat Rama V op een dinsdag geboren werd

Thonburi heeft een grote Portugese gemeenschap. In Thanusingha Bakery staat een ongelofelijk lieve en bescheiden vrouw achter de mixers. Ze verkoopt een soort cupcake op basis van een recept van haar betovergrootouders. Het bijhorende cafeetje is tegelijk ook de vrouw haar woonkamer. Gezelligheid alom.
Nog flarden van het Portugese verleden van deze wijk vind je, ongeveer, om de hoek in de kerk van Santa Cruz. Het lijkt wel of iemand een kerk uit Portugal plukte en in dat doolhof aan straatjes neerplaatste. Wat verder staan nog een Chinese tempel, een moskee en enkele boeddhistische tempels. Niemand die het gek vindt, ook toeristen niet. Zoveel schoons om je aan te vergapen.

Wat wel buitengewoon bizar is, is de verheerlijking van hun koning Rama X. Op elke hoek van de straat wordt de man geprezen. Bangkok telt een 400-tal boeddhistische tempels, en als je de beeltenissen van Rama X zou meetellen, dan verdrievoudig je dat aantal. Op de gekste plaatsen is een hoekje voor hem ingericht, zelfs twee jaar na zijn kroning. De koning heeft een soort heiligenstatus. Slecht over hem spreken, kan je een gevangenisstraf opleveren.

Ongeveer 95 procent van de bevolking is boeddhistisch. De godsdienst bestaat al 800 jaar in Thailand. Misschien is het daardoor wel dat er over de jungle van de stad een soort zen heerst. Al is er in de drukbezochte tempels weinig rust te bespeuren.

Wat Pho is misschien wel de bekendste. Het zou de plaats zijn waar de Thaise massage en alternatieve geneeskunde ontstaan is. Maar meer nog is het de thuis van de liggende boeddha. Overdag is het er drummen tussen de bezoekers. Weinigen weten dat de tempel ook ’s avonds te bezoeken is. Prachtig verlicht steken de gebouwen af tegen de donkere nachtlucht.
Wat Saket is de hoogste tempel in de Thaise hoofdstad. Het is een kunstmatige berg met een goeden stoepa op de top. Beklim de 344 treden voor een prachtig 360°-panorama over de stad.
Om de echte sfeer van het geloof op te snuiven, ga je beter naar enkele tempels die niet op het toeristische curriculum staan. Wat Suthat is er zo een, gedecoreerd met voornamelijk Chinese elementen zoals Rama III het graag had. Hier zal je enkel de lokale bevolking zien.
Dat is ook het geval in Wat Ratchabophit. De tempel is een eerbetoon aan Rama V. Hij bracht Europese kunst en cultuur naar Thailand. Onder zijn bewind weerstond Thailand aan de kolonisatie door een goede mix van diplomatie en modernisering. Hij reisde zelf twee keer naar Europa en stuurde enkele van zijn dertigtal zonen naar onder andere Duitsland en Rusland om er te studeren. De tempel heeft een interieur als dat van een gotische kerk, in het roze. De kleur van dinsdag, omdat Rama V op een dinsdag geboren werd.

De stad heeft alles in huis voor een perfecte citytrip

De rust en sereniteit van de tempels staan in schril contrast met het drukke en chaotische (hier zijn we weer…) Chinatown. Al laten ze wel plaats voor religie. Tijdens een wandeling door de wijk bots je hier en daar op een tempel. Zo vind je er de grootste gouden Boeddha ter wereld, in Wat Traimit. 3 meter hoog en 5,5 ton massief goud. De meest gegoede mensen in Thailand zijn van Chinese afkomst. Ze vluchtten destijds weg uit hun land uit armoede. Door hard te werken en handel te drijven – iets wat de Thai absoluut haten – verdienden ze hun fortuin.

Waar Thonburi een wirwar aan straatjes is, is Chinatown een opeenstapeling van voedselkraampjes en winkeltjes. Het ene al kleurrijker verlicht dan het andere. Times Square is er niets tegen. Voor de restaurants staan koks maaltijden te bereiden. Kortom, het is de hotspot in Bangkok voor street food. Het is er niet goedkoper en Thai modaal, die zo goed als dagelijks uit eten gaat, ga je er niet vinden. Maar ze gebruiken wel de beste ingrediënten. En je hebt er de meeste variatie. Chinatown ontdek je overigens best ’s avonds. Wanneer de lichten branden en versterkt worden door de lampen van auto’s, brommertjes en tuktuks. Een wandeling langs de hoofdstraat en de vele kraampjes met voorbijrazende auto’s op de drukke viervaksbaan: de ideale verkoeling in de Thaise hitte.

Thailand en eten, het kleeft samen zoals mango met sticky rice. De Thai eten graag en goed. Op zoek naar hét beste adresje voor pad thai? Volgens onze gidsen moet je dan bij Thip Samai zijn. Je moet wel geduld hebben want nog voor openingstijd staat er al een lange rij. Een kleine tip: in het restaurantje er naast, Lueng Pha, is de pad thai ook overheerlijk. Pad thai is het nationale gerecht van Thailand. Na Wereldoorlog II wilde de regering een Thaise identiteit creëren en de Chinese invloeden uit de Thaise keuken laten verdwijnen. Daarom werden noodles gepromoot om rijst te vervangen.

Nog meer zin in Thaise traditionele gerechten, maar geen zin in street food? Bangkok heeft enkele toprestaurants. Err is het kleine zusje van Michelinrestaurant Bo.lan (1 ster). Een goede start dus voor een kennismaking met de Thaise keuken. Lekkere, traditionele gerechten in een wat grungy setting met op de achtergrond Thaise muziekclips. Een heel andere sfeer heerst er in Supanniga, een restaurant aan de rivier met zicht op Wat Arun. Lekkere en verzorgde smaakbommetjes in een hip interieur.

Thai snoepen graag en hebben een hele dessertcultuur. Een ideaal adresje hiervoor is het Gingerbread House, in Victoriaanse stijl. Een kleine waarschuwing: je moet énorm veel van suiker houden om de typisch Thaise desserts lekker te vinden.

Vlieg je voor een weekje heen en terug naar Bangkok? Het zal wel zijn. De stad heeft alles in huis voor een perfecte citytrip. Cultuur, architectuur, gastronomie en amusement gaan hand in hand. En, geef toe, het is eens iets anders dan New York. Daarvoor zitten we toch ook urenlang in het vliegtuig? En wie wil, kan er nog enkele dagen strandvakantie aan koppelen ook.

Door Anastasia Verleysen.

Praktisch

Turkish Airlines vliegt dagelijks naar Bangkok vanuit Brussel, met een tussenstop in Istanbul. Voor het oude Bangkok trek je best enkele dagen uit. We verbleven in het Amdaeng boutiekhotel, vlak aan de rivier. Met een overzet ben je snel in het bruisende hart van de stad en alle bezienswaardigheden. De Thaise dienst voor toerisme staat altijd klaar voor extra woordjes uitleg: www.tourismthailand.org.

Ontdek nog meer artikels over ...