Het is bizar hoe een schijnbaar onbelangrijk detail iemand veertig jaar terug in de tijd stuurt. Daknam, dat is voor mij het madeleinekoekje van Proust.
Ik zit met een klap opnieuw aan de massieve eiken eettafel van opa en oma en scheur er zakjes open van het merk Panini. Figurines, zo heetten ze officieel. In elk zakje bevinden zich vijf stickers met – voor die jaren – bekende Belgische voetballers. Ik zie Jacky Debougnoux, Alex Czerniatynski, Wilfried Van Moer. Je boekje vol krijgen met plaatjes van Panini, dat was de gouden graal van de lagere school.
Bob Hoogenboom was mijn favoriete doelman. Ik weet niet meer of het met zijn wilde, blonde haren te maken had, de seventiessnor, zijn onbesuisde manier van uitkomen. De keeper van Sporting Lokeren was voor mij een uit vinyl en kleefstof opgetrokken held. Ik probeer me nog andere spelers van die sterke ploeg uit het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw voor de geest te halen, wanneer ik van Daknam naar Eksaarde rijd. Er waren een paar Polen. Lato. Lubanski. Bob Dalving. Was dat een Belg of een Schot? Dat weet ik niet meer. Preben Larsen! Dat was een Deen. En Gudjohnsen, de IJslander. Ik ben ooit nog één keer teruggereden naar Daknam, als supporter van de tegenpartij. Het was een gure, natte winterdag en toen we ook nog eens scoorden, sprong ik met mijn hoofd pardoes tegen de betonnen vloer van de tribune boven me.

Dit is niet de zoete erfenis van de versterving en de dood, maar de belofte van de cyclus

Het is vandaag een mooie herfstdag met van dat gouden licht dat als knikkers door de bomen wordt gegooid. Aan de Kruiskapeldreef in Eksaarde zie ik mensen uit hun auto’s stappen, gezinnen, kleine kinderen. Er zijn wandelaars, fietsers. In De Farm wordt – met behoud van fysieke afstand, dat spreekt – aangeschoven voor een afhaalijsje. Of pannenkoeken. Appelbeignets! En zelfs soep, lees ik.
Ik wandel rechts de Kruiskapeldreef in en groet een man die met een bladblazer het vergeelde beukenloof opschudt. Eikels kraken en knisperen onder mijn voeten. De zon staat laag boven de rijen verwaaide populieren, en op het land zie ik nog waar het water hoog stond na de regens van de voorbije weken.
Ik houd van de geur van de herfst. Dit is niet de zoete erfenis van de versterving en de dood, maar de belofte van de cyclus. De natuur doet altijd weer wat haar wordt ingegeven. Het ene seizoen is de noodzakelijke voorwaarde voor het andere. We weten dat na herfst winter komt, en dat ergens begin maart weer leven ontstaat in de robuuste, honderdjarige eik.
De Kruiskapeldreef is een kruisweg met 14 statiekapellen. Aan een paar blijf ik dralen, al was het maar om een foto te nemen met het mooie tegenlicht. ‘Naar het schijnt, hebben ze hier een bloedend kruis gevonden’, hoor ik een fietser aan een wandelaar vertellen. ‘Naar het schijnt, he.’ ‘Ja, het is een legende’, zegt de wandelaar. Boudewijn met de Negen Ponden was een landwerker in het Eksaarde van de 14eeeuw. Hij stootte bij het bewerken van zijn land op een kruis waaruit bloed vloeide. Boudewijn groef verder en had al snel twéé kruisen, twee Romeinse schalen en een speer opgediept. Dat laatste zou natuurlijk kunnen. Er wàs een woonkern langs de noordelijke heirbaan in Romeinse tijden. En de twee kruisen zijn echt: er hangt eentje in de dorpskerk van Eksaarde en een tweede in de Kruiskapel zelf. Dat kun je op een zondagnamiddag bezoeken.

De beste manier om je blues van je af te schudden is fiks door te benen, en het stiltegebied van De Fondatie van Boudelo is daar als geen ander geschikt voor

Alle legendes op een stokje, de natuur in dit deel van het Waasland is verbijsterend mooi. Ik weet wel, een zonnige dag in de herfst zorgt voor een onvergankelijk aura, een patina dat alle puzzelstukjes doet samenvallen. Maar ze zijn er, die dagen, je kunt er dankbaar gebruik van maken. In een bos wandelen is gratis, en dus onbetaalbaar. De beste manier om je blues van je af te schudden is fiks door te benen, en het stiltegebied van De Fondatie van Boudelo is daar als geen ander geschikt voor. Dit is een uniek patchwork van boswegen, hooilanden, sloten, poelen en veldwegels, en in de kijktoren kun je vanop een hoogte van 8 meter het lappendeken aanschouwelijk maken.
Dit is een van de laatste grote open ruimtes in Vlaanderen die tegelijk relatief kleinschalig zijn gebleven. Een tiental kunstmatige vijvers werd de voorbije jaren naar een natuurlijke vijverbiotoop omgezet, waardoor je er nu waterplanten als het gekroesd fonteinkruid en de fijne waterrannonkel aantreft. Houtsnips en buizerds broeden in het gebied. Er worden bosuilen aangetroffen, wespendieven en nachtegalen. De boommarter plant er zich voort en neen, je hoeft niet naar de Ardennen om een ree te vinden. Dat dier suist hier ook, zij het eerder schuchter, door de bossen.

Ik suis verder naar Klein-Sinaai en ga er een groet brengen aan de grot van de wielrenners. Een gehandtekend truitje van Philippe Gilbert hangt er broederlijk naast de maillot waarin Kamiel Baert in 1950 Kampioen van Oost-Vlaanderen werd. In Moerbeke stap ik het jaagpad langs de Moervaart op en verbaas me over de richesse en het savoir-vivre waarmee de woonsten hier zijn ingericht. Vlaanderen lijkt hier een beetje op Nederland, met kanalen en aanlegsteigers voor plezierbootjes en andere manieren van watersport. Een kajakker komt me tegemoet gepeddeld, ik zie hoe zijn dubbelbladspeddel mooie, concentrische voren trekt in het donkere water van de Moervaart. Aan de Vapeursbrug, een stuk industrieel erfgoed, blijf ik even staan. Een man spreekt me aan vanuit het opengedraaide raam van zijn kleine bestelwagen.
‘Dat is hier de watertoren. En de Vapeurbrug, ja. Vroeger reed er hier een stoomtrein van Lokeren naar Axel, in Zeeuws-Vlaanderen.’
‘Moh.’
‘Ze smijten alles af, he, mijnheer.’
‘Ik vind het wel mooi. Een ode aan het erfgoed. Hier stond vroeger toch de suikerfabriek, niet?’
‘Mensdom en dierenrijk, mijnheer. Dat ik het u gezegd heb.’
En weer houd ik van het Waasland zoals die keer dat ik de robuuste doelman Bob Hoogenboom in mijn album met Paninistickers kleefde.

Door Toni De Coninck.

Je kunt wandelen en fietsen langs Hidden Treasures in het Waasland. Meer info via deze link. Het traject van Daknam naar Moerbeke en weer terug loopt langs verschillende bezienswaardigheden en door prachtige natuurgebieden. Behandel de natuur met respect en neem je afval terug mee in de rugzak of auto.
Wil je overnachten in deze streek? Dan raden we je De Minnetuin aan in Wachtebeke, een mooie, stijlvolle B&B. Neem contact met de eigenaar om duidelijk af te spreken wat precies kan en niet kan tijdens de lockdown.

Ontdek nog meer artikels over ...