Een wandeling door het textielverleden van Ronse start aan het station. Zonder transport, geen handel. In tegenstelling tot Oudenaarde beschikt Ronse niet over natuurlijke transportmiddelen en dus was een spoorlijn noodzakelijk. Vandaag is Ronse een terminusstation, maar in de hoogdagen van de textiel was de stad een belangrijk handelscentrum. De nood aan grondstoffen was hoog want de fabrieken draaiden op volle toeren.

De schietspoeldynastieën wilden het succes van de industrie in Ronse tonen aan de buitenwereld met een mooi stationsgebouw. Ook omdat het huidige te klein werd. Dat nieuwe gebouw zochten en vonden ze in Brugge. Architect Auguste Payen had er een neergepoot dat intussen ook voor Brugge te klein werd. Het station, het oudste op het Europese vasteland, werd in 1881 afgebroken en per trein naar Ronse gebracht en opnieuw opgebouwd, steen voor steen.

De textielfabrieken verwerkten wol, vlas, katoen en zijde. Ronse breidde tijdens de eerste industriële revolutie een eerste keer uit, met een nieuw stadsgedeelte achter het station. De rijke textiliens wilden niet te ver van hun fabrieken wonen en al helemaal niet buiten de stad. Oplossing: het kasteel van Ronse werd afgebroken en de stadsinbreiding was een feit. Een hele nieuwe wijk was het resultaat.

Momenteel doet het gebouw dienst als fitnesscentrum

Een wandeling door de art-decostraten gaat langs de Gefusilleerdenlaan. Daar worden meteen de verschillende stijlen van art deco duidelijk. Op nummer 37 zie je de typische Amsterdamse stijl. Een eerder eenvoudige variant waarin gespeeld wordt met de positie van de bakstenen en elementen worden uitvergroot. In dit voorbeeld is dat de uitzonderlijk grote en sierlijke dakgoot. Een huis verder (nummer 33) is dan weer helemaal anders, meer historisch en chique. De huizen zijn als het ware echte kunstwerkjes bedoeld om de grandeur en rijkdom van hun eigenaars tentoon te stellen.

Wandel je wat verder in de straat, kom je meteen nog een oude getuige van het textielverleden tegen. Een restant van de fabriek van Dupont midden in de stad. Momenteel doet het gebouw dienst als fitnesscentrum, maar de oude schoorsteen en het gebouw staan nog overeind. Vroeger waren in het centrum zo’n 100-tal schoorstenen te zien. Nu duikt er hier en daar nog eens eentje op.

Dan sla je de eerste straat linksaf, de Sturbautstraat in. Misschien wel de mooiste straat van Ronse. Art deco was een nieuwe stijl die haar inspiratie haalde uit allerlei kunststromen: de art nouveau, Russische kunstenaars, Afrikaans textiel, … Originaliteit stond centraal om zo de jaren en miserie van de oorlog te vergeten. Maar alles moest wel functioneel zijn. Bijna ieder huis in deze straat heeft de typische kenmerken van art-decohuizen. De speelse gevels door het schikken van bakstenen in combinatie met cirkels en geometrische vormen, de in- en uitspringende vlakken met loggia’s om binnenin bredere ruimtes te creëren, brede voegen, de kunstwerken van deuren in smeedijzer en de glasramen.

In deze straat wordt heel duidelijk hoe rijk Ronse was in het interbellum. Meer dan 500 florerende textielbedrijven hadden er hun thuis. En dat ze succesvol waren moest getoond worden, op hun gevel. Sla opnieuw linksaf, de Vandewielelaan in. Textilien Gilleman liet nummer 63 tot en met nummer 69 bouwen voor zichzelf, en voor zijn drie beste medewerkers. De toegangspoort op nummer 69 is een prachtig exemplaar in smeedijzer met rozen en andere natuurelementen van de hand van Louis Van Boeckel. Deze bekende kunstsmid, en bij uitbreiding deze hele nieuwe wijk, vond zijn weg naar Ronse dankzij de industrie.

De hele stad staat vol met art-decoparels

Ga linksaf en steek de straat over, zo bewonder je het best de huizen op de Viermaartlaan. De Amsterdamse en historische variant van de art deco staan hier door elkaar. Op de terugweg naar het station loont het de moeite om de Pessemierbrug even over te steken en enkele knappe art-decovilla’s te bekijken in de Saint-Sauveurstraat.  Vooral bij nummer 16 kan je wel even stil blijven staan. De villa van architect J. Vandenbossche uit 1941 in gele baksteen is zowat de perfecte samenvatting van deze hele wandeling. Vergaap je aan de glas-in-lood-ramen, de vlakken van baksteen, de traptoren en de prachtige details van dit kunstwerk.

Wil je nog even de andere kant van het textielverleden opsnuiven? Ga in de IJzerstraat, vlakbij het station op zoek naar het Gyselincksteegje. Het hele straatje was vroeger wit gekalkt en zwart gepekt met een open riool in het midden. Ze verbonden de arbeidershuisjes met de fabrieken. Wandel het volledige steegje uit en je komt meteen bij de oudste fabriek van Ronse: de textielververij van Theodoor Vandendaele uit 1878. Vandaag knap omgebouwd tot appartementsgebouw en kantoorruimtes. Dit zijn nog maar enkele voorbeelden, maar de hele stad staat vol met art-decoparels en getuigen van het industriële verleden. We kunnen je enkel aanmoedigen om ze snel zelf te ontdekken.

Door Anastasia Verleysen.

Ronse en haar rijke gevarieerde geschiedenis ontdekken?
Breng dan zeker een bezoekje aan het onthaal- en belevingscentrum in de Hoge Mote. Toerisme Ronse organiseert stadswandelingen met gids, info en boekingen via:  www.visitronse.be

Ontdek nog meer artikels over ...