Ken je dat gevoel, het zoete ochtendgloren dat je, in combinatie met de eerste zomerzon, warm maakt voor wat er zal komen? Diest ligt zo’n twee uurtjes met het openbaar vervoer van Oost-Vlaanderen, of iets meer dan een uurtje met de auto, en staat gelijk aan binnenwandelen in een prachtig groene gemeente. Het eerste wat in het oog springt is de Demer, de rivier waarrond de stadskern van Diest ontstond. Een langgerekte waterloop die doorheen de paden en parken van Diest kronkelt en ons naar het Begijnhof leidt.
Je zou het al bijna vergeten dat ik te midden van al dat moois eigenlijk gekomen was voor iets anders, namelijk het historische Begijnhof. Het stuk imposant UNESCO-werelderfgoed aan de rand van het stadscentrum. De Rubensiaanse Barokke toegangspoort met opschrift “Comt in mynen Hof Myn suster Bruyt” verwelkomt je in een andere wereld. Ze fungeert werkelijk als een teletijdmachine naar de Middeleeuwen! De leuze boven de rondboog komt uit het Hooglied van het Oude Testament en betekent dat de begijnen zichzelf als bruid van Christus zagen. Bovenaan in de nis van de toegangspoort staat een Mariabeeld, omringd met bloemenslingers, festoenen en engelenkopjes. Het Begijnhof is een ommuurd stadsdeel inclusief Middeleeuwse kasseien en authentieke huisjes met beschermheiligen boven de deur. Het is even in alle rust ontkoppelen met het gezang van fluitende vogels op de achtergrond.

Daarnaast is ook het infopunt, culinair museum en bibliotheek een bezoekje meer dan waard

In 1253 schonk Arnold lV Heer van Diest de begijnen een stuk grond. De begijnen legde de gelofte van kuisheid af maar traden niet toe tot een kloosterorde. In tegenstelling tot de kloosterorden konden de begijnen hun persoonlijke bezittingen behouden en waren ze vaak eigenaar van hun huis. De 90-tal huizen en conventen werden gebouwd in een schaakbordmotief die diende als besloten gemeenschap met als goddelijk middelpunt de gigantische Sint-Catharina kerk. Het gebouw werd opgetrokken uit ijzerzandsteen en heeft haar hemels witte kleur te danken aan de kalei techniek, een oude schildermethode met dunne kalkpleister. Onder het doksaal ligt het graf van Nicolas Esschius, één van de beroemdste pastoors van het begijnhof.
Boven de huisjes die intussen door senioren bewoond worden, kun je nog steeds de patroonheiligen zien. In het huidige huis Xaverius kun je even verpozen om al dat moois in je op te nemen met een hapje en een drankje. Daarnaast is ook het infopunt, culinair museum en bibliotheek een bezoekje meer dan waard! Ter ere van de begijnen maakte de Hagelandse academie voor beeldende kunst een prachtige sculpturenreeks van de begijnen op het schattige groenperkje naast de kerk.

Naast het interieur van de monumentale Sint-Catharinakerk kun je het prachtige werk van Vlaamse Meester Theodoor van Loon bewonderen. Diest pakt uit met vier schilderijen die hij maakte van evangelisten Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes, elk te bezichtigen op de originele plaats waarvoor ze vervaardigd werden. De tijdgenoot van Rubens verbleef een tijd in Italië en onderging daar invloed van andere meesters zoals Caravaggio. Er werd in 2018 nog een uitgebreide expo rond Van Loon georganiseerd in de BOZAR in Brussel.
Een bezoek aan de site van de Catharinakerk is elke dag mogelijk in de namiddag van 13.30 uur tot 17.00 uur. Op maandag is de kerk gesloten.

De Vlaamse Meesters in situ kun je nog bezichtigen t.e.m. 30 september 2019. Toerisme Diest organiseert elke laatste zondag van de maand een themawandeling waarbij de gids vertelt over de nalatenschap van Theodoor van Loon.
Elke 2de zondag van de maand tussen 14.00 en 16.00 uur geeft de restaurateur van Altritempi de geheimen van de restauratie prijs.

Tekst en foto’s: Kjersti Nilsen.

Ontdek nog meer artikels over ...