Het is omdat het nodig is dat we deze opinie nog een keer met een stukje basisinformatie starten. In de reiswereld heb je door de band genomen twee spelers: de touroperators die de reizen organiseren en de reisbureaus die de reizen verkopen. Het is een simplistische voorstelling. Er zijn ook hybride modellen van organisatie en verkoop, maar mainstream media hebben de voorbije maanden zoveel fouten gemaakt tegen dat eenvoudige abc van de reiswereld dat je eigenlijk ook niet langer van de lezer of kijker kunt verwachten dat zij het nog snappen. Die veralgemening is trouwens van alle tijden. Als een vlucht vertraging heeft, dan is dat voor veel mensen de schuld van het reisbureau. Als een buffet niet aan de verwachtingen voldoet, wil men volgend jaar liever met een andere touroperator op reis. Waar vaak hetzelfde hotel wordt aangeboden.

Naast het klassieke model dat hierboven wordt uit de doeken gedaan, kun je als klant en reiziger ook zelf je vakantie samenstellen. Door bijvoorbeeld je vliegtuigticket rechtstreeks en online bij een luchtvaartmaatschappij te boeken. Door je hotel zelf vast te leggen of zoals dat de voorbije jaren zoetjes aan de rigueur is geworden, het te reserveren via bekende boekingssites als Booking en Trivago. Er is bij dat type reizen wettelijk gezien geen vuiltje aan de lucht. Al rijd je met een step naar Salou en ga je er bankhangen in een AirBnB, niemand regelt de vorm waarmee je je vakantie invult. Dat is je volstrekte recht. Het fundamentele verschil zit in de bescherming die je als Belgische (en Europese) consument geniet wanneer je bij een erkend reisbureau of rechtstreeks bij een erkende touroperator boekt. Bij calamiteiten of financieel onvermogen van de reisverstrekker sta je niet in de kou. Je rechten en plichten, én die van de verkoper(s), worden geregeld via o.a. het Garantiefonds Reizen, die optreedt als verzekeraar.

In een sector met zo ongeveer de laagste lonen van alle dienstverlenende sectoren, lag het voor de hand dat de coronapandemie voor de laatste hakbijl zou zorgen

Hoe verdienen de verschillende spelers in de reissector eigenlijk hun geld? Een touroperator doet dat in de meeste gevallen door een ‘product’ in te kopen, en er een service aan vast te kleven. Dat heet een pakketreis. Het product waarvan sprake is bijvoorbeeld een kamer in een hotel, waarbij half pension of een all inclusive pakket hoort, naast nog andere services zoals toegang tot het zwembad, de sauna, enz. De service is de vliegtuigreis (als het niet om een autovakantie gaat) en het transport per bus of taxi naar het eerder genoemde hotel. Marktleider TUI heeft een eigen luchtvaartmaatschappij, andere touroperators sluiten akkoorden af met bijvoorbeeld Brussels Airlines. Tot aan het faillissement maakte Thomas Cook gebruik van onze nationale luchtvaartmaatschappij. Een touroperator verdient dus geld door, simpel gesteld, een reis te organiseren en daar een bedrag voor te vragen dat hoger is dan de prijs die hij er zelf voor betaald heeft.

Een reisbureau moet natuurlijk met die gepubliceerde tarieven aan de slag. Als TUI 1179 euro vraagt voor een week half pension in Tenerife, dan kan de doorverkoper niet plots 1279 euro vragen voor diezelfde reis. Werken reisbureaus dan gratis? Neen, dat doen zij gelukkig niet. Zij krijgen een marge, in de sector bekend als een ‘commissie’, op de prijs van de vakantie die zij verkocht hebben. En daar wringt de voorbije jaren het schoentje. Door de toenemende concurrentie in de reiswereld staan de marges onder een ontzettende druk. Werknemers van reisbureaus, de reisagenten, moeten wroeten om hun commissies op orde te krijgen. In een sector met zo ongeveer de laagste lonen van alle dienstverlenende sectoren, lag het voor de hand dat de coronapandemie voor de laatste hakbijl zou zorgen.

Er is geen grotere glimlach dan die van de vakantieverstrekker

En dat deed ze. Als de reiswereld, reisagenten én touroperators, vandaag op straat komen in hun bloedrode pakje, dan is dat vooreerst in een vlaag van solidariteit. Dat is an sich al een heuglijk feit na jaren van subtiel messengetrek en onverholen achterklap. De sector verenigt zich in een noodkreet. Touroperators organiseren geen reizen meer, reisbureaus verkopen nauwelijks of niet.
De Save or Sink-beweging heeft gelukkig en net op tijd ook de juiste toon gevonden. Hun protest is geen pret-verzet. Het is geen abrupte negatie van een virus dat ons al ruim een half jaar in de greep houdt. Het is wél een oproep tot het gebruiken van algemeen verstand. Met de licht gewijzigde invulling van het begrip ‘rode zone’ werd een eerste stap gezet, maar in de praktijk verandert er niets. Het is niet langer verboden, maar strikt afgeraden. En dus vind je geen maatschappij die je reis wil verzekeren als je op dit moment naar Mexico, Thailand of godbetert Malaga wil reizen.
Save or Sink staat niet alleen voor het behoud van de eigen baan, het is een nooit geziene unie van miljoenen mensen in de sector die hun job dreigen te verliezen. Van poolboys tot lokale boeren die hun groenten niet meer aan de man (en het hotel) kunnen brengen. Dit is geen egotripperij, maar een hele economie die op instorten staat. Met verlies van duizenden werkplaatsen in België en miljoenen over de hele wereld. Laten we nu eerst blussen waar het brandt. En daarna uit de asse van wat was die mooie vorm van dienstverlening en duurzame empathie heropbouwen. Er is geen grotere glimlach dan die van de vakantieverstrekker.

Toni De Coninck
Hoofdredacteur

Ontdek nog meer artikels over ...