Ik draag een oranje yogabroek met tijgerprint, fluoroze sportschoenen en een knalgele t-shirt met een Mexican Skull op geprint

Januari

Nevel komt vanuit het zuidwesten aangevlijt. Iemand op de heuvel is houtafval aan het verbranden en de lichte druppels drukken de rook zwaarmoedig tegen de vallei aan. Uit de schuur haal ik dennenhout dat we in het voorjaar gekapt hebben en ik stook rillend de kachel aan. Het is het enige verwarmingselement in het huis en hout aanvoeren is een constante bezigheid. Nuttig werk. Ik laat de koffie doorlopen en wandel naar de buurtwinkel. Als ik de poel in onze slag voorbijwandel, vliegt een reiger met diepe slagen op. Overwintert die niet in het zuiden denk ik nog, en besef weer dat ik in het Zuiden woon. Davy is in België en ik profiteer ervan om mezelf los te koppelen. Geen alcohol, televisie en sociale contacten maar gezond eten, sporten, meditatie en literatuur.

In de winkel wordt er geroddeld. Stemmen verstommen als ik de ijzeren deur openzwaai. Ik koop wat er ligt: agrião, waterkers, en twee miezerige preien. Een pot passata. Op de terugweg sissen de ganzen van de buurvrouw me gewoontegetrouw weg. Hun waakzaamheid kent geen grenzen maar die domme ganzen herkennen me nog altijd niet. Langs een greppel die vanuit het bos achter ons huis loopt, bloeien eenzaam twee witte aronskelken. Ik laat de honden uit en wandel met hen door de boomgaard waar June in de vochtige grond putten graaft. Een kraai vliegt mopperend weg. De fruitboompjes staan er treurig bij. We snoeiden ze vorige maand, een karwei dat de vorige eigenaar tien jaar geleden voor het laatst had uitgevoerd. Ik trap in rot fruit, vochtig als een koeienvla. De geniepige bramen zijn alweer goed opgeschoten en ook de roestbruine varens blijven overeind. Achteraan pluk ik enkele clementines en keur ik de kiwi’s. Niet dat ik weet hoe dat moet. Ik kijk er gewoon naar en duw er eens in zoals ik dat ook met avocados en meloenen doe. De rest van de ochtend herhaal ik Portugese werkwoorden in drie verschillende tijden. Estou, estava, estive. Ik ben, ik was en ik ben geweest.

Tegen de middag wordt het weer zachter, zwier ik de houten poort open en rol mijn matje uit. Een zonnegroet volgt vanuit het diepst van mijn hart. In het bos klinkt het gesnerp van een kettingzaag. Ik maak soep van de waterkers en bak een brood. Daar zit genot in. Begin december plantten we aardpeer, kolen, aardbeien en kruiden en ik verlang al naar de gerechten die na de oogst op tafel zullen verschijnen. Hoe bizar en ver weg lijkt het me nu dat ik ooit groenten en fruit in plastic verpakking kocht.
De buurvrouw komt langs met walnoten uit haar tuin. “Ze zijn al gepeld,” zegt ze. Ze is de eerste persoon in vier dagen met wie ik een gesprek voer. Ik draag een oranje yogabroek met tijgerprint, fluoroze sportschoenen en een knalgele t-shirt met een Mexican Skull op geprint. Mijn haar ligt slordig over mijn hoofd.  “Ik ben op retraite in mijn eigen huis,” grap ik halvelings. Ze kijkt me aan met haar vriendelijke Fátima-ogen en zegt: “Desconectar para conectar-se.” Ze heeft het begrepen en ik kan haar wel omhelzen. Wat ik ook doe.

Daarna is het weer stil in het dorp. Het hele noorden is stil. De klok slaat getrouw, twee minuten later dan de rest van de wereld, zijn slagen. Bij zonsondergang sluit ik de poort en werp een laatste blik op de kale bomen. Ze lijken dood maar alle energie en vocht zit nu in hun wortels. Ze zijn net als ik op winterretraite en besef: we are one, we are connected.

Meer lezen? Sophie Siersack schrijft over haar leven op de blog Scrambled Eggs. Zij is met Coby Avgoustakis en Helena De Maertelaere een van onze maandelijkse columnisten.

 

 

Ontdek nog meer artikels over ...