Een permanente staat van verbazing lijkt me de beste omschrijving van de eerste maanden na onze verhuis. Dat is tegelijk boeiend en vermoeiend. Geleidelijk echter word je opgenomen in de maalstroom van het dagelijkse leven. Al dat nieuwe blijft niet zo nieuw en de verwondering (of in sommige gevallen de ergernis) vervaagt. Ik sta er niet meer bij stil dat je voor je bankzaken snel even door de drive-in van de bank kan rijden, dat je overal met coupons om de oren geslagen wordt en dat je voor een griepspuit of recent voor het covid-vaccin staat aan te schuiven tussen de rekken met wijn, bier en chips van de supermarkt-apotheek. Ik kan mijn ergernis verticaal klasseren als ik weer eens moet bellen met een of andere administratieve bureaucratie of als iemand mij, bij een eerste ontmoeting, binnen de 10 minuten iets heeft verteld over zijn of haar kerk.

Maar hé, zelfs goed en wel ingeburgerd, is hier nog genoeg om je over te verbazen. Al die tandartsen, plastisch chirurgen en advocaten die tijdens autoritten je aandacht proberen te trekken, bijvoorbeeld. Op snelwegen en grote invalswegen kan je niet naast de billboards kijken, mega advertentieborden waarvan de grootste zo’n 14 meter breed zijn en 4 meter hoog.

Behalve reclame voor fastfoodketens en religieuze boodschappen zie je op billboards vooral lokale autodealers, dokterspraktijken en advocatenkantoren. Adverteren op zo’n billboard is een stuk goedkoper dan print- of tv-ruimte kopen en dus ook toegankelijk voor de plaatselijke middenstand.

“Zou jij nu zo’n advocaat vertrouwen?”, vraag ik mijn man wanneer we voorbij een zekere Mike rijden die grijnzend boven de weg troont en je aanmaant om hem te bellen als je een auto-ongeluk had of een verkeerd uitgedraaide medische ingreep. “Got Mike?” is zijn slogan, het is nog een grapjas ook. “Dial Davis” bezweert een andere ons. We besluiten dat we geen van die kerels zouden vertrouwen. Net zo min als die plastisch chirurg die geheel uit Botox lijkt opgetrokken.

“In vier Amerikaanse staten, Alaska, Hawaii, Vermont en Maine, zijn zo’n borden verboden,” citeer ik uit mijn Wikipedia-kennis over billboards. “Dat is ter bescherming van de mooie landschappen daar.”

Wie al op de ring rond Detroit gereden heeft of in de stad was, kent Joumana, Detroits onbetwiste billboard-koningin, al jaren. Als een ‘blond, slank en opgetut’-cliché siert ze tientallen billboards en stadsbussen. Advocate Joumana Kayrouz zou volgens de Detroit News over een jaarlijks advertentiebudget van 4 miljoen dollar beschikken en daar komt ze duidelijk ver mee. Geen Detroiter die haar niet kent. Op weg naar Detroit maken wij er soms een sport van om de Joumana’s op onze weg te tellen. Minstens 6, misschien wel 10, voor je in downtown arriveert.

(Lees verder onder de foto…)

Joumana
Haar carriere is het levende bewijs van de Amerikaanse Droom, die legendes waar Amerikanen zo dol op zijn

Omdat ze zo alomtegenwoordig is, besluit ik haar te googelen, vooraleer ik haar wegzet als een van de vele malafide billboard-advocaten. Wegzetten? No way! Joumana blijkt een feministisch icoon te zijn dat in haar chique villa – met een overdaad aan glaspartijen en marmer – in 2016 een fundraiser voor Hillary Clinton organiseerde en waar Cher een van de eregasten was. Ze runt het tweede grootste advocatenkantoor in Michigan en dat is het enige grote kantoor met een vrouw aan het hoofd. Ze doet vooral medische schadeclaims na auto-ongevallen waarbij ze verzekeringen aanpakt, maar ook echtscheidingen, familierecht en immigratieproblemen, allemaal met groot succes.

Haar carrière is het levende bewijs van de Amerikaanse Droom, die legendes waar Amerikanen zo dol op zijn (en krampachtig aan vasthouden als maatschappijmodel, maar dat is een ander verhaal).

Zelf vertelt ze er ook graag over, op haar website en in de pers. Joumana Kayrouz vertrok als jonge twintiger uit het door burgeroorlog geteisterde Libanon. Ze volgde haar – ondertussen voormalige – echtgenoot naar de Verenigde Staten waar hij toegelaten was tot medical school. Ze kwamen hier aan met 1000 dollar, wisten niet hoe je een credit card gebruikte en zij sprak weinig Engels. Enkele jaren later haalde ze een Masters aan Yale en daarna ging ze rechten studeren in Detroit, waar haar man aan de slag ging in een nieuw ziekenhuis. Niet dat het allemaal vlotjes verliep, Amerika betekende voor haar een cultuurschok, studeren in een andere taal was een opgave en law school combineerde ze met de opvoeding van 2 jonge dochters. Haar huwelijk viel uit elkaar, maar haar man verwachtte dat ze binnen het half jaar met hangende pootjes zou terugkeren. “Weet je, in Beiroet was ik altijd ‘de dochter van’. Daarna werd ik ‘de vrouw van’. Ik ben misschien een laatbloeier, maar ik ben nu mezelf,” vertelde ze aan de journalist van Detroit Metro Times die haar uitgebreid interviewde voor het artikel “Behind the billboard, Joumana Kayrouz’s against-all-odds story.” Ze is nooit teruggekeerd naar haar ex. “Ik had geen duidelijk plan en geen spaarpot, maar ik geloofde in mezelf en in God.” Kayrouz is een Libanese Christen en vermeldt dat haar geloof voor een miljard procent heeft meegespeeld in haar succes. Een vijfde van haar vermogen gaat naar goede doelen.

Ze is een fenomeen en rolmodel bij de grote Arabisch-Amerikaanse gemeenschap – waarvan de meerderheid afkomstig uit Libanon en Syrië –  rond Detroit. Ze doet elke dag een kort radiopraatje met juridisch advies in het Arabisch, spreekt perfect Frans (en heeft haar buldog Prince Pierre genoemd) en kent ook Italiaans.

In het begin van haar loopbaan vroeg een rechter naar het bewijs dat Joumana een echte advocate was, zo’n blonde poppemie, dat kan toch niet, moet hij gedacht hebben. Na die vernederende ervaring nam ze zich voor dat op een dag de rechter haar gezicht nooit meer zou vergeten. Wanneer ik weer een Joumana billboard passeer, moet ik aan dat heerlijke verhaal denken. Of ik haar met mijn juridische zaken zou toevertrouwen? Absoluut. En als het thuis al eens ambras is, dan bedreigen wij elkaar met 1 woord: Joumana!

Door Trui Moerkerke.

Ontdek nog meer artikels over ...