Rituelen veranderen onder invloed van een crisis. Met een vrouw in huis die arts is en zo ongeveer om de drie dagen een wachtdienst van 24 uur klopt, ziet het ritueel er ’s ochtends normaal als volgt uit: ik hoor haar auto in de straat, ik duw op het knopje van de automatische poort, we zwaaien even door het raam, ze parkeert, neemt haar spullen, stapt uit, we knuffelen, wisselen een zoen uit, zetten verse koffie en praten op de bank over haar dag. En nacht. Soms is die best rustig. Soms is het van de pot gerukt, met ouders die om een uur of drie in de nacht ongerust bellen met de vraag of het normaal is dat hun tweejarige uk een nachtmerrie heeft.

Heel het ritueel is in een week tijd veranderd. Mijn vrouw heeft nu twee zones: de potentieel besmette en de potentieel onbesmette. Ze wisselt al van kledij in de parkeergarage van het ziekenhuis. De auto wordt élke dag grondig ontsmet (Ik mag niet met haar auto rijden). Ik hoor haar auto in de straat, we zwaaien, ze parkeert, ik zet de deur wagenwijd open. Dan houdt ze afstand, we praten op anderhalve meter, het is een absurde situatie. Soms lacht ze, soms huilt ze. Ik vraag of ze koffie wil. Een spiegelei misschien. Een koek met yoghurtsmaak, ze lust die graag. Ze gaat douchen, ik hoor hoe ze de knoppen naar huidtemperatuur draait en hoe het water door onzichtbare buizen suist. Met de vaart van een louterende stortbui.

Ik ben een tactiel persoon. Dat gaat zo wanneer je vrouw Zuid-Amerikaanse is. Ik kus en knuffel graag, ook met mensen die niet mijn vrouw zijn. Het is een romaanse gewoonte, een vorm van huidhonger. Ik moet het rustgevende effect van de palpatie voelen, de dwingende nabijheid van de mensen om wie je geeft. Ik ben niet gemaakt om in een outer circle te leven. Vrienden met een handzwaai te begroeten. Als dit allemaal voorbij is, heb ik verschillende van die vrienden de voorbije dagen beloofd, gaan we samen pinten drinken en ons laven aan elkaars lach en vriendschap en de wonderlijke eigenschap die empathie heet.

Er is zoveel solidariteit, zoveel onbaatzuchtige hulp, er zijn zoveel mensen die voor elkaar in de bres springen dat je bijna zou geloven dat de coronacrisis voor een mental shift zal zorgen

Want zo’n crisis haalt het beste in een mens naar boven. Ik heb me de voorbije week aangesloten bij een Facebookgroep die CommunicatiePro’s tegen #Covid19Be heet, en waar honderden vrouwen en mannen dag en nacht aan oplossingen werken en daarvoor de kracht van het virtuele netwerk gebruiken. Op zaterdagmorgen lanceerde ik er een oproep. Mijn vrouw moet de zieke kinderen van zo’n 200 asielzoekers onderzoeken en behandelen, en los van het feit dat zij dit zonder goede bescherming moet doen, heeft ze vaak ook geen toegang tot die mensen, spreekt ze de taal niet, zijn die mensen in paniek en doen ze onnodige dingen zoals hun masker afnemen in volle consultatie.
In mum van tijd had het netwerk voor vertalers naar Frans, Engels, Spaans, Portugees, Russisch, Arabisch, Farsi en Pashtoe gezorgd – die laatste is een taal die in Afghanistan wordt gesproken, ik heb het ook moeten opzoeken.

Er is zoveel solidariteit, zoveel onbaatzuchtige hulp, er zijn zoveel mensen die voor elkaar in de bres springen dat je bijna zou geloven dat de coronacrisis voor een mental shift zal zorgen. Dat we, wanneer dit alles voorbij is, weer zullen kunnen genieten van kleine dingen, tevreden zijn met minder, de tijd stilzetten, op de pauzeknop duwen. Dat we losweg weer dingen voor elkaar zullen willen doen zonder een verborgen agenda te vermoeden. Die shift zal een ruime dekking nodig hebben in het politieke werkveld, een euvel waartoe onze huidige generatie politici tot nu toe niet in staat was. Crisissen zorgen voor coalitions of the willing. De geschiedenis leert dat die curves bestaan, maar helaas ook dat ze vaak weer de voorbode zijn van groter onheil.

Ik wil helpen. Ik wil inspireren. Liefde en warmte geven. Dat is onze raison d’être

In de twee sectoren waarbinnen june. actief is, het toerisme en de horeca, is inmiddels een slachtpartij van ongeziene omvang aan de gang. In twee vorige columns, die je hier en hier nog een keer kunt nalezen, spraken protagonisten uit beide sectoren al hun grote bezorgdheid uit. Ook wij bloeden bij june. op een onbehoorlijke manier, met contracten die on hold worden gezet of gewoonweg worden geannuleerd. Maar we vinden het nu even niet zo belangrijk. Het raakt voorlopig onze kouwe kleren niet. Ik wil helpen. Ik wil inspireren. Liefde en warmte geven. Dat is onze raison d’être. Er is altijd hoop aan de horizon, en june. wil die boodschap van hoop blijven uitdragen. Ook in tijden van huidhonger.

Toni De Coninck
Hoofdredacteur

Ontdek nog meer artikels over ...