Je kan van Amerikanen veel zeggen, maar niet dat ze onvriendelijk zijn, toch niet in de Midwest. In warenhuizen en restaurants word je enthousiast begroet. How is your day going? I love your coat! Have a good one!

Europeanen doen laatdunkend over dat enthousiasme, dat is toch fake, maar ik kan het hebben en aan elke kassa chitchat ik vrolijk mee.

Good for you! Dat is de reactie die ik kreeg als ik Amerikanen vertelde dat ik zou gidsen in Detroit. What a great idea!

Twee winters geleden deed ik een try-out van mijn architectuurtour. Die zaterdag was het gezelschap gemengd, de voertaal Engels. Tijdens een ritje op de Detroit People Mover – een soort monorail rond downtown – wees ik in Cadillac Center, één van de dertien stations, naar de muurgrote mozaïek in talloze groenschakeringen van de Detroitse keramiekstudio Pewabic Pottery. Ik vertelde over Mary Chase Stratton, die de studio aan het begin van de 20e eeuw oprichtte en nieuwe technieken uitvond waardoor ze tegels een bijzondere glans en haast poëtische kleurschakeringen kon geven. Het aquarium in Belle Isle Park en The Guardian Building downtown zijn iconische gebouwen in Detroit met Pewabic Pottery in een hoofdrol.

Dat dal moet je je voorstellen als een leeggelopen stad, en dan bedoel ik sinister leeg

Een koppel Amerikanen in Tigers outfit – Detroit Tigers is de naam van de baseball ploeg hier – volgde de conversatie. Ze kwamen terug van een wedstrijd in Comerica Park.

Voor ze afstapten, sprak de vrouw mij aan. “Ik beken, we wonen in de buurt, maar weten weinig over Detroit. We rijden naar een parkeergarage en nemen de People Mover om naar het stadion te gaan. Daarna is het recht naar huis. Als ik jou bezig hoor, dan moeten we toch eens langer blijven. Veel succes met je tours!”

Toch is de Midwestern vriendelijkheid niet gegarandeerd als het over Detroit gaat. Gelijk welk reisartikel over de stad lokt reacties uit. Een lang en gebalanceerd stuk in The New York Times van enkele jaren geleden (“Detroit, the most exciting City in America?”, gepubliceerd op 20 november 2017), kreeg meer dan 100 lezersreacties. Sommigen complementeerden de journalist, de meesten – vooral lezers uit de rijke voorsteden van Detroit -probeerden weinig subtiel aan te tonen waarom je beter niet komt.

De stad heeft een reputatie, zeker in eigen land. De geschiedenis van de Motor City – want Detroit is de bakermat van de auto-industrie – is er één van duizelingwekkende hoogten en nog diepere dalen.

Dat dal moet je je voorstellen als een leeggelopen stad, en dan bedoel ik sinister leeg, met een even lege stadskas en dus een onderbemand en onderbetaald politie- en brandweerkorps, slechte publieke scholen, werkloosheid en armoede. Leg er nog wat misdaadstatistieken naast en je begrijpt waarom Detroit niet meteen de top Amerikaanse citytripbestemming was.

Stiekem ben ik er ook fier op dat ik enkele Amerikaanse vrienden opnieuw voor Detroit gewonnen heb

Ondertussen is op korte tijd veel ten goede veranderd. Lang verhaal kort: toeristen komen en masse terug, ook de buitenlandse (cijfers van die laatste categorie: 1,2 miljoen in 2013, bijna 2,7 miljoen in 2016). Gelijk hebben ze, want die duizelingwekkende hoogtepunten in de geschiedenis gaven de stad architectuur van wereldklasse en een vat vol American Dreamverhalen. Bovendien is het nog niet op de koppen lopen als je iets gaat bezoeken.

Natuurlijk zijn niet alle problemen opgelost, maar give the city a break, zoals ze hier zeggen. In 2013 werd Detroit bankroet verklaard, het grootste faillissement van een Amerikaanse overheidsinstelling ooit. De herinnering daaraan is pijnlijk vers en nog altijd een gespreksonderwerp. Als het over het Detroit Institute Of Arts (DIA) gaat bijvoorbeeld, en dat is een van de beste kunstmusea in de VS, dan zal elke Detroiter je zeggen dat het geen haar gescheeld heeft of de Van Goghs, Picasso’s en Rodins waren verkocht om de financiële putten van de stad te dichten. Dat is uiteindelijk niet gebeurd en zal nooit meer mogelijk zijn (de DIA is nu onafhankelijk van de stad), maar het bankroet heeft bloed, zweet en tranen gekost, zeker bij de gepensioneerde stadsambtenaren die een stuk van hun pensioen verloren.

Tegelijk betekende het faillissement een nieuwe start. Er kwamen budgetten om de publieke dienstverlening terug op peil te krijgen (met onder meer tienduizenden nieuwe LED-lampen om de kapotte straatverlichting te vervangen).

Nu zie je de stad voor je ogen veranderen. In downtown en midtown wordt er gebouwd en gerenoveerd, gaan nieuwe hotels en restaurants met hoge hip-factor open. De Fransen, Nederlanders en Belgen die ik deze zomer de stad liet zien, waren zonder uitzondering meteen verkocht. Stiekem ben ik er ook fier op dat ik enkele Amerikaanse vrienden opnieuw voor Detroit gewonnen heb.

Detroit zien, is Amerika begrijpen, zeg ik bezoekers vaak. In “Detroit Resurrected. To Bankruptcy and Back”, het boek van journalist Nathan Bomey dat leest als een financiële thriller, legt Darren Walker, CEO van de Ford Foundation, dat gevoel veel eloquenter uit.

“Detroit is vandaag de belangrijkste stad van Amerika,” aldus Walker. “Amerikaanse steden staan voor economische mogelijkheden en jobs, maar ook voor verval en stadsvlucht. De beide uitersten vind je in Detroit. De stad is een symbool. Als we er niet in slagen Detroit te fixen, dan zullen we ook de uitdagingen waar Amerika voor staat, niet kunnen oplossen.”

Meer weten over Trui? Check haar website adoseofdetroit.com.

Ontdek nog meer artikels over ...