Wie vorige zondag en maandag van plan was om, we zeggen maar wat, de elektriciteit af te schakelen in het centrum van Antwerpen, kon daarmee in één klap de hele culinaire sector uitschakelen. Werkelijk iedereen was er. Chefs, sommeliers, journalisten en bloggers, pr-lui, en de hoogzwangere burgemeester van ’t Stad die met een nieuwtje uitpakte: Antwerpen is na Washington DC, Parijs en Kyoto de stad met het meeste aantal Michelinsterren ter wereld, per capita.
Antwerpen kan niet in álles de grootste zijn of hebben, maar het moet gezegd: de Handelsbeurs was in al zijn grandeur een gepaste locatie voor Circus Michelin. Het event waarop de sector zijn sterren viert, wordt elk jaar grootser. We misten nog net een rode loper, waarover hoge hakken en splitjurken konden schrijden.
Michelin Belux hield de ceremonie ook beschaafd kort. Geen ellenlange panelgesprekken, geen honderd promofilmpjes, geen awkward stamelende chefs – dat laatste verdient een nuance, sommige geïnterviewden kwamen écht niet verder dan ‘koken volgens de seizoenen’ en ‘ik had het niet verwacht’. Dan moest de organisatie zelf maar voor de verrassingselementen zorgen. Toen Quentin Gallopyn zijn koksvest voor beste jong talent kwam ophalen en hij verbouwereerd moest blijven staan om de eerste sterren bekend te maken, haalde hij prompt zijn eigen naam uit de eerste enveloppe.
Er waren nog meer emo-momentjes: een lange staande ovatie voor Jonnie Boer, sinds vorige week enkel nog te bewonderen middels een grote zwart-witfoto. Boer was een van de meest getalenteerde chefs in West-Europa gedurende de voorbije dertig jaar. En toen Peppe Giacomazza na decennia noeste arbeid óók een ster kreeg, sleurde hij net niet Peter Goossens van zijn stoel om hem te bedanken.
Dat is ook Michelin. De inspecteurs vinden het doorgaans niet prettig dat een kok op televisie faam vergaart, maar Peppe’s familieverhaal bleef hardnekkig enthousiasmeren, met de ster als gevolg.
Een balans die netjes op peil wordt gehouden tussen Vlaanderen en Wallonië
Er waren – naar ons aanvoelen – een aantal self fulfillende prophecy’s: Kobe Desramaults voor Eliane. Het is de dérde keer dat de West-Vlaming een eerste ster krijgt, voor drie verschillende restaurants: In De Wulf, Chambre Séparée en nu dus Eliane. Ook het Haut van Dimitri Proost werd genoemd en bekroond, en dat Thijs Vervloet de tweede ster zou verlengen in de plek waar hij naar eigen zeggen ‘thuis is gekomen’, hoorde ook tot de verwachtingen.
Maar Michelin is ook politics. Een balans die netjes op peil wordt gehouden tussen Vlaanderen en Wallonië, een zachte numerus clausus bij het toekennen van een eerste ster ook. Ergens tussen de 10 en 15, dat vinden ze doorgaans een mooi cijfer bij de bandenfabrikant. Dat er naast Vervloet énkel nog een tweede ster viel in het Groothertogdom, was wél een verrassing. Ook hier wil de bandenfabrikant het totale aantal duidelijk op peil houden, en omdat er nu eenmaal geen één-en-driekwart sterren bestaan, vielen de dikwijls genoemde chefs Marcelo Ballardin (Oak) en Martijn Defauw (Rebelle) naast de prijzen.
Michelin 2025 was in al zijn consequentie dus een zeer conservatieve editie, die de werkelijke kwaliteit van de keuken in dit land niet hoog genoeg inschat. Men mag bij dit alles niet vergeten dat de organisatie de voorbije jaren onwaarschijnlijk veel is uitgebreid, met machtige tentakels in het Midden-Oosten en Azië. Met ook openingen in andere Europese landen als bijvoorbeeld Oostenrijk, verschuiven naast accenten ook nogal wat budgetten in die richting.
Blijft de hamvraag: wanneer komt er een nieuwe derde ster in ons land? We zien twee grote kanshebbers, maar zowel Karen Torosyan (Bozar) als Thijs Vervloet (Maison Colette) moeten nu bevestigen en wellicht nog enkele jaren in de wachtkamer zitten. Ook Hertog Jan, Nuance, Sir Kwinten en l’Air Du Temps hoeven niet meteen luidkeels jammerend rond de Handelsbeurs te gaan lopen. Michelin blijft Michelin. Het komt wanneer je het niet verwacht. En helaas ook omgekeerd.
Toni De Coninck