Of ik een fiets met drie, een met eenentwintig versnellingen of een elektrisch aangedreven fiets wens? De mevrouw van het Hotel de Sterrenberg kijkt me onderzoekend aan. Het is een mooie, zonnige nazomerdag en volgens het KNMI staat er ‘een fikse bries uit west tot noordwest’.
‘Doet u er mij maar een met eenentwintig versnellingen. Die kan ik best gebruiken.’
‘Nou, als ik u was, dan nam ik een elektrische fiets. Als u straks naar het oosten fietst en achttien kilometer lang wind in de rug hebt, moet u daarna ook weer terug. Dat komt niet goed als u hier en daar ook nog wat lekkers achter de kiezen stopt.’
Dat lekkers houden we voor ‘s avonds, in het met een Bib Gourmand bekroonde hotelrestaurant. Overigens is zo’n elektrische fiets geen brommer. Je moet wél trappen. Eco voel je bijna niet. Boost gaat dan weer aan een rotvaart.

Je kunt in Nederland onwaarschijnlijk lekker eten. En het is doorgaans een stuk goedkoper dan bij ons

Uitgelezen wijnen
Ik trap in eco naar knooppunt 73 in Harskamp, dat uit alle poriën welstand en toerisme ademt. Je merkt aan alles dat de Veluwe leeft, dat mensen winkels, cafés en souvenirshops hebben opgestart om Nederlanders, Duitsers en steeds meer Vlamingen te verwennen. Dat is het dan ook helemaal: zo’n weekendje Veluwe is één verwenpartij voor geest en lichaam. Je ontspant middenin de natuur, loopt of fietst met wat geluk een edelhert tegen het lijf, gaat een uurtje naar de sauna, dineert met uitgelezen wijnen en slaapt als een otter. Want laten we nog één keer, en dan nooit meer, dat hardnekkige misverstand uit de weg ruimen: je kunt in Nederland onwaarschijnlijk lekker eten. En het is doorgaans een stuk goedkoper dan bij ons. Een lunchcultuur hebben ze nog steeds niet, maar wat is er mis met een broodje of salade?
Ik mis knooppunt 73, de schuld van de laaghangende zon. Of reed ik inmiddels in boost, waardoor ik het vervloekte pijltje niet zag? Het duurt een kilometer vijf, zes voor ik bij Stroe in de smiezen krijg dat ik de knooppunten bijster ben. Terug is geen optie, dat is dubbelop en dus beslis ik voorlopig de pijltjes te laten voor wat ze zijn en later bij Radio Kootwijk terug in te pikken op het parcours. De Veluwe twijfelt hier tussen glooiend bos, met smalle, rulle fietspaden, en heide die je ontelbare vergezichten biedt. Ik trap tussen heidespurrie en zandzegge, en ruig haarmos dat onmiskenbaar heeft geleden onder de hete Hollandse zomer.

De sfinx van Kootwijk
Radio Kootwijk ligt als een kathedraal te rusten op velden vol oker. Ik krijg het bijzondere gebouw al in de verte te zien, en even moet ik denken aan een fata morgana, een hersenspinsel, een laat gevolg van de borrel de avond voordien. Want hoe verwacht je hier, temidden de heide, een stuk Nederlands koloniaal erfgoed? Radio Kootwijk was van in 1929 tot aan de Tweede Wereldoorlog een zendcentrale waarmee men familie en vrienden in Nederlands-Indië kon telefoneren. Je moest daarvoor naar een telegrafiecel in een van vier Nederlandse steden en betaalde 33 gulden voor een gesprek, in die tijd een heus fortuin. Koningin-moeder Emma opende de centrale met de legendarische woorden “Hallo Bandoeng, hier Den Haag.”
Lang sta ik stil bij de architectuur van Gebouw A, het hoofdgebouw, de werkelijke kathedraal, ontworpen in gewapend beton door de architect van de Amsterdamse school Julius Luthmann. Hij liet zich inspireren door het zendstation van Telefunken in het Duitse Nauen en vanuit zijn belangstelling in de Egyptische mythologie, zo doet het verhaal de ronde, ook door een sfinx.
Radio Kootwijk werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers bezet en na de bevrijding goeddeels voor wetenschappelijk onderzoek gebruikt. Het duurde tot aan het eind van de 20steeeuw vooraleer de hekkens rond het station werden neergehaald, en iedereen weer vrije toegang kreeg tot de site. Het wild, de voetgangers en dus ook die ene fietser die op een winderige nazomerdag in boostmodus de terugtocht naar Otterlo aanvat.

Wat is Het Nationale Park de Hoge Veluwe mooi in de herfst!

Fabre met horens
Van Hotel de Sterrenberg naar het Kröller-Müller Museum is het een kwartier fietsen. Dat is een flink stuk aangenamer dan de 36 km van de dag voordien, die door mijn knooppuntverwarring uiteindelijk 41 km werd. Geen museum in Nederland ligt zo pittoresk als het Kröller-Müller, of het zou het Mauritshuis in Den Haag moeten zijn, met dichtgevroren Hofvijver. Vanuit Amsterdam of Schiphol worden busjes en limousines met Chinezen en andere Aziaten aangevoerd, in opperste staat van verrukking. Het Kröller-Müller herbergt de op één na grootste van Goghverzameling ter wereld, na het museum dat zijn naam draagt in Amsterdam. Dat lokt vele tienduizenden buitenlandse bezoekers. Ze vallen net als ik in extase door de ruimte die hen geboden wordt om kunst van dit torenhoge niveau te bewonderen, rond te struinen in de beeldentuin, stilletjes te grinniken bij de beelden van Jan Fabre die zichzelf met een hoorn heeft gesculpteerd. Monet is te zien, Seurat, Picasso en Mondriaan! En onze eigen James Ensor, met zijn kenschetsende stijl die op de grens ligt van maatschappijkritiek en een burleske bal populaire. Hoogtepunt is welzeker De Aardappeleters van Vincent van Gogh, al was het maar om te bewijzen dat de meester veel onheilspellender werk aankon dan zijn Zonnebloemen en andere door het Provencaalse licht geïnspireerde schilderijen.
Wat is Het Nationale Park de Hoge Veluwe mooi in de herfst! De reeën laten zich niet zien in de buurt van het museum, net als de moeflons en everzwijnen. Maar het licht, dat nu eens vlekkerig, dan weer in lange bundels door het bladerdak valt, dat doet aan lange, zomerse dagen denken. Daarvoor kun je al eens een knooppunt of twee missen.

Praktisch

Overnachten

Hotel de Sterrenberg is een kleinschalig, licht en modieus opgevat wellnesshotel aan de ingang van het Nationale Park de Hoge Veluwe, in Otterlo. Je kunt er een (elektrische) fiets huren om de streek te verkennen. Dineren kan er in het uitstekende Cèpes, waar chef Robert Hartelman met biologische producten uit eigen streek werkt. Sinds 2018 werd Cèpes bekroond met een Bib Gourmand, voor zijn menu met een uitstekende verhouding tussen prijs en kwaliteit.

In Hoog-Soeren, aan de andere kant van het Nationale Park, vind je het beroemde Hotel en Restaurant De Echoput. Het verblijf bevindt zich in het grootste wildgebied van het land, het Kroondomein van Paleis het Loo. Eigenaar Peter Klosse is de grondlegger van de nieuwe smaaktheorie, hij schreef verschillende bekroonde boeken over het thema. Zoon en directeur Karel Klosse nam een tijdje geleden de dagelijkse leiding over en gaf De Echoput een elan waardoor het als vanouds met de allerbeste hotels en restaurants in Nederland kan wedijveren. Voortreffelijk restaurant met een bijzondere wijnkelder. Voor de betere momenten in het leven.

 

Lunchen en info

Lunch
We raden je graag Planken Wambuis aan, een nostalgische herberg in een modern jasje, met een mooie, prijsgunstige menukaart voor ’s middags en ’s avonds.
In het Kröller-Müller Museum kun je terecht in restaurant Monsieur Jacques voor lekkere broodjes en lokale pils.

Info
visitveluwe.nl
holland.com
@visitveluwe
@visit_holland

Volgende keer: Harderwijk, de verrassende Hanzestad aan het Veluwemeer.

Ontdek nog meer artikels over ...