In tijden waar lokaal (shoppen) het modewoord is geworden, lijkt het erop dat er aan de bakkers voorbij wordt gegaan.

‘Ik ben met u – en uw website/blog –  in contact gekomen door een gezamenlijke kennis: Vinto in Kruishoutem. Ik ben daar trotse huisleverancier van het La Chouffe brood dat de maaltijden vergezelt. Ik heb zoals gezegd dus uw blogs ontdekt. Prachtig geschreven. Gemeend. Niet om in de gunst te vallen bij de chefs of uw lezers. Maar recht uit het hart.
Evenwel. Het valt me op dat bij u, net als bij elke andere blogger, krant of culinair tijdschrift, restaurants, nieuwe fancy bars en voedingszaken wel ergens een recensie krijgen. Niet altijd positief. Als het niet goed is, mag het ook gezegd. Als de mensen tegenwoordig ergens gaan eten, verwachten ze voor de prijs die ze betalen een waw-ervaring. Dat weet je als je een zaak opent. Voor een goedkope maaltijd kiezen ze wel voor de Ikea of Lunch Garden. Of voor levering aan huis door een smartmat of andere. Ik ben in deze niet beter.

Ik zit echter met een ei. En dat is de reden van dit schrijven.

Ik heb er 15 jaar geleden voor gekozen om mij in mijn thuisregio (geboren in Ronse maar nu Oudenaardist) te vestigen. Niet direct garantie om potten te kunnen breken. Door lekker kwalitatieve producten te maken lokaal wel, maar om buiten de lijnen te kunnen kleuren ben je eigenlijk beter in een grootstad. Ik weet dat ook wel.
De toenemende aandacht van bloggers en recensenten voor alles wat gebeurt in de wereld – en in mijn specifieke geval de wereld van de voeding – maakt echter dat elke stad de wereld is geworden.
Maar waar hebben wij bakkers-patissiers eigenlijk de boot gemist? In tijden waar lokaal (shoppen) het modewoord is geworden, waar ambacht door overheid en middenstandsorganisaties wordt aangemoedigd, lijkt het erop dat er aan de bakkers voorbij wordt gegaan. Het is een gegeven dat we doodgeconcurreerd worden door grootwarenhuizen, tankstations, krantenwinkels en anderen die brood en in mindere mate gebak spotgoedkoop kunnen aanbieden. Een gegeven waar we niet onderuit kunnen. Een gegeven dat we goed moeten beseffen, en ook daadwerkelijk doen, en dat ons scherp houdt om onszelf te blijven heruitvinden en de klanten te triggeren met nieuwe smaken en producten. Zoals daar zijn desem, exclusieve chocolades en lokale en Fairtrade-producten.

Waarom krijgen wij niet de erkenning die wij verdienen? Waarom is een chef een rockster en wij niet?

Waarom krijgen wij echter niet de erkenning die wij verdienen? Waarom is een chef een rockster en wij niet? Waarom mag een chef in culinaire katernen van dagbladen uitleggen hoe desembrood gemaakt wordt en bakkers niet? Waarom is elke gang van een menu het beschrijven waard, waarom mogen chefs de meest speciale smaken verwerken in hun dessert, maar zien wij met lede ogen toe hoe zo’n gebak bij ons in de toog blijft staan?
Ik reken mezelf zeker niet tot de culinaire toppers in onze sector zoals een Joost Arijs, Ducobu en andere. Maar ik heb ook een visie. Ik maak ook producten die mogen gezien en gegeten worden. Alles wordt nog in ons atelier gemaakt. Bladerdeeg, biscuits, dessertkoekjes,.. noem maar op.

Ik maak überklassieke taartjes zoals boekskes (tompoes, millefeuille, namen zat), confituurtaartjes en eclairs. Met dezelfde aandacht voor kwaliteit als voor de fijnere patisserie. Ik maak broden met desem, met 24 uur rust in de frigo en volgens de laatste technieken met de Paneotrad (moet je maar eens googelen). En ik niet alleen. Samen met mij vele collega’s die hun métier een warm hart toedragen. Die met fierheid hun producten uitstallen, en smelten als ze een complimentje krijgen van een klant.

Het kost ons ook handen vol geld. Al dat personeel dat daarvoor nodig is. Al die dure grondstoffen. En al dat gerief dat we moeten wegsmijten als plots de klant en masse verdwijnt. En je mag er donder op zeggen, maar als er één beslist niet te komen komen ze in grote getale niet.

Ik ga er niet om liegen. Het zou fijn zijn mocht je me jouw mening hierover laten weten. Maar het zou nog leuker zijn mochten ook wij een steuntje krijgen uit de hoek van media en bloggers.’

Kristoffel Burez, bakker in Oudenaarde

PS: ‘Je moet maar eens de test doen. Als mensen – van chefs tot de gewone huisvrouw – uitpakken met een bericht op social media over zijn/haar jongste aankoop, is het nu een nieuwe set borden gemaakt door een ambachtsman of een nieuw kostuum, zal het altijd over zulke zaken gaan. Maar nooit over een superlekker brood dat gemaakt is volgens de kunst van het bakken. Ik heb niet echt een keuze. Ik moet doorgaan gezien de investeringen die nog lopen. Maar ik zou ook niet weten wat anders doen. Want we hebben een prachtberoep. Maar het breekt soms mijn hart als ik zie hoe gratuit onze producten gebruikt worden als goedkoop lokmiddel in andere winkels.’

(Foto van Kristoffel Burez © Studio Brussel)

Nawoord van de redactie: we hebben deze opinie goed en grondig gelezen en beslist ze integraal te publiceren, in de hoop dat anderen – bakkers of niet – ze gaan delen. We denken er bij June over na om in de toekomst initiatieven te nemen om het ambacht van bakker en patissier meer in de kijker te plaatsen.

Ontdek nog meer artikels over ...