‘Goedemorgen!’, klinkt het vrolijk vanachter het ontbijtbuffet.

‘Weet je al waarover je wilt schrijven?’

Het is een grappig zicht. Barbara Gasser is een tengere verschijning met een wilde dos grijzend haar en zieldoorborende ogen. Een aantal dagen geleden kwam ze ons hotel binnengewaaid en haar lichaamstaal sprak meteen boekdelen tegen me. Zelfzeker en met een ijzersterke joie de vivre checkte ze bij me in om niet zo heel veel later te klagen over de veel te kleine werkruimte in haar kamer.

Want ze moest kunnen schrijven en dan had ze ruimte nodig.

En licht!

(Gasser toert de wereld rond voor the Golden Globes om te schrijven over theater en film.)

‘Geen probleem!’, zei ik kordaat en plaatste haar aan een tafel aan het raam van onze ontbijtzaal.

Ze vond het schitterend.

Ze buigt geamuseerd naar me toe, alsof ik een groot geheim ga onthullen

Zo liep ik de afgelopen tien dagen dus af en toe de zaal binnen, om een praatje te slaan met deze vrouw van duizend werelden, maar stiekem ook omdat ik geïntrigeerd raakte door haar hele wezen. Ze was op haar beurt ook oprecht geïnteresseerd in mijn reilen en zeilen en dat schepte al snel een leuke band. Om dat te vieren trakteerde ze me op een koffie in onze bar.

Ik was zo fier als een gieter.

‘Ik heb een nieuw woord bedacht!’, schaterlach ik vanachter de hardgekookte ontbijteitjes.

‘Na je tricks and tips over goede journalistiek heb ik lang nagedacht over het geheime ingredient van eerlijk schrijftalent!’

‘Vertel!’, roept ze enthousiast.

‘SEELENSPITZENGEFUHL!’, scandeer ik, iets te luid. ‘Om te schrijven, heb je dat nodig. Niet?’

‘Wat bedoel je precies?’
Ze buigt geamuseerd naar me toe, alsof ik een groot geheim ga onthullen.

‘Ik weet het niet meteen in een soort definitie te gieten,’ aarzel ik. ‘Het is een soort zevende zintuig. Je kunt een rijkelijk arsenaal aan woordenschat bezitten, maar dan nog kan een verhaal je niet veroveren. Of komt het te gekunsteld over. Of te pompeus. Of zielloos. Het is de kunst om de essentie van het gebeuren in al zijn eenvoud eer aan te doen.

Zoiets.

De juiste woorden op de juiste plaats.

Schrijven vanuit de tentakels van je ziel.

Vanuit pure observatie.

Zo eerlijk mogelijk jouw wereld en die van een ander proberen weer te geven.

Beetje zoals een goede host twee verschillende werelden naadloos in mekaar over laat lopen.’

‘Interessant woord heb je daar leven ingeblazen. Laat je je column morgen aan mij lezen?’, knipoogt ze.

Ik breek me een punthoofd over hét woord dat onophoudelijk door mijn hoofd spookt

Daar sta ik dan.

Achter de hardgekookte eieren.

De deadline voor deze column is over een paar uren en ik breek me een punthoofd over hét woord dat onophoudelijk door mijn hoofd spookt, sinds mijn rituele Starbucks koffie van vanochtend.

‘Niet teveel nadenken!’, roept ze me plots toe vanuit de andere kant van de ontbijtzaal. ‘Dan denk je het kapot!’

Ik glimlach en bedenk dat ook dit Seelenspitzengefuhl is.

Het onverklaarbaar aanvoelen van en verbinden met de ander.

Ondanks de afstand.

Met onzichtbare tentakels.

Hét Spitzengefuhl ten voeten uit.

Als host maakt dat ook het verschil, merk ik op. Je kunt alle professionaliteit hoog in je vaandel houden, maar zonder Seelenspitzengefühl raak je je gasten niet écht. Die oprechte interesse, scherpe opmerkzaamheid voor lichaamstaal, intonatie of zelfs woordkeuze van je gasten; de details in hun communicatie met jou en elkaar. Ze verraden vaak onuitgesproken behoeften. En daar dan subtiel op inspelen, creëert een thuisgevoel. Dat is onbetaalbaar, hoe duur de kamer ook mag kosten.

Dus ook hier hangt die verbinding af van je tentakels.

Ik heb een groot deel van de wereld dagelijks voor mijn balie en het echte moment van contact is er steeds weer als je hun ziel durft te raken.

Soms openlijk in alle jovialiteit.

Soms in stilte, met een discreet gebaar.

Dat maakt een verblijf onvergetelijk.

Dan krijg je plots een boeket bloemen, een knuffel, een kus, een briefje of een kopje koffie in de bar.

En dat is prachtig.

Hotel Monsieur Maurice
Leeuwstraat 8
8000 Brugge