Er zijn veel manieren om het leven te vieren. Niet één daarvan kan deze zomer in dezelfde doortastende mate worden uitgerold als de manier waarop ik eind juli 2019 in het zuidwesten van Frankrijk mijn dagen doorbracht. Maar dat is niet erg. Tout ira bien. Er komen andere jaren waar men in dichte drommen naar zweterige salsa zal luisteren, van hetzelfde glas rosé drinken als het hitsige meisje op het plein van Vic-Fezensac, en ja, luid het leven celebreert met plakken gedroogde ham en meloen die zo sappig is dat hij vanzelf van de schil glijdt.
Ik kijk er niettemin met enige deemoed op terug, op die reis die vier dagen duurde en me van het jazzfestival in Marciac naar de verschillende wijnstreken van de Sud-Ouest bracht. Veel beter wordt het immers niet. Er zijn vast mensen te vinden die met zo’n hitte graag fietsen, hop alweer een berg opgereden, maar voor mij is het goed zo. Glas wijn in de hand, lekker hapje, naar mooie mensen kijken. Watching the river flow.

Saint-Mont en Madiran kleven aan de onderbuik van de Côtes-de-Gascogne, als twee onregelmatige moedervlekken

De Sud-Ouest, dat zijn de Côtes-de-Gascogne, Madiran en Saint-Mont. Om er drie te noemen die ik tijdens deze tocht met een zekere mate zal degusteren. Maar de Sud-Ouest, dat zijn ook de wijngaarden van Gaillac en Cahors, Estaing en Marcillac en nog een tiental andere appellaties die ik voorheen net zomin kende als u. Als je de regionale kaart erbij neemt, dan zie je dat de Côtes-de-Gascogne het grootste gebied vormt, rond de stadjes Auch en Condom – nee, dat grapje maken we niet meer.
Saint-Mont en Madiran kleven aan de onderbuik van de Côtes-de-Gascogne, als twee onregelmatige moedervlekken. Ze zijn beduidend kleiner, maar in zekere zin ook wel een stuk dapperder dan de moederappellatie. In België zijn het wijnen die met een stiefmoederlijk dedain wel vaker ‘wijntjes’ worden genoemd, niet het minst door sommeliers die bij dure bourgogne of bordeaux zweren. En dat is jammer. De Sud-Ouest is geen wijnregio van nuffige wijnboeren die op zondag met twee baguettes onder de oksel door de keuken sjokken, de bretellen aanspannen over het zondagse hemd en vervolgens naar de elfurenmis gaan. Ik heb nooit zoveel jonge, grappige, hippe, en vooral vrouwelijke wijnmakers bij elkaar gezien.

Het métier is geen louter mannelijke materie meer. Vrouwen proeven doorgaans ook beter dan mannen

De avond wordt nacht. Er zweeft geen merengue meer door de straten, alleen nog de herinnering aan zoete woorden. In de tuin van het Château de Cassaigne zoek ik naar lichtgevende vlekjes, die in mijn herinnering alleen maar onder Zuid-Franse bomen voorkomen. Het licht is zoveel mooier en helderder in de Gers, het is onbezoedeld en wordt niet gehinderd door nevel of het grijs van een heiige ochtend. ‘Het klimaat hier is helemaal anders dan in de Provence,’ wordt mij gezegd. ‘Daar komt de verkoeling door de mistral of tramontane. Hier door twee natuurlijke barrières, de Atlantische Oceaan in het westen en de Pyreneeën in het zuiden. Dat zorgt voor koelere nachten, waardoor de druiven efficiënter groeien en het vocht van de nacht opslaan. Onze wijnen zijn niet overladen met alcohol, maar tonen finesse en elegantie.’
Is het daardoor dat je er zoveel vrouwelijke wijnmakers vindt? ‘Wat was er eerst, de kip of het ei? Neen, dat is toeval. Het métier is geen louter mannelijke materie meer. Vrouwen proeven doorgaans ook beter dan mannen.’
Het kasteel van Cassaigne, okerbeige en nadrukkelijk aanwezig in het landschap, heeft inmiddels plaatsgemaakt voor de lommer van een oude plataan in de tuin van het Domaine de Maubet. We praten er met Nadège Fontan, Laure Baumann en Nicolas Duffour over rendementen in de wijngaard, de plaats van rosé, de kracht van marketing. Niet tot Bordeaux of Bourgogne horen, geeft ook commerciële voordelen. Je kunt een etiket al een keer wat funkier maken, horen we. ‘Het is echt veel beter dat jongeren een glas Côtes-de-Gascogne drinken dan die vreselijke breezers of red bull. Op deze manier kunnen we hen beter bereiken.’ De wijnen van de Côtes-de-Gascogne zijn, op enkele uitzonderingen na, dan ook niet duur. Ergens tussen 5 en 10 euro vind je al prima kwaliteit. En de druiven zijn gewoon grappig: colombard, gros manseng, petit manseng, len de l’el (loin de l’oeil). Maar niet loin du coeur, dat spreekt voor zich.

Madiran ligt in al haar zandstenen glorie te badderen in het middaglicht. Ik loop de Place Doussine af en aan en slaag er maar niet in iemand levend aan te treffen. Het dorp heeft zich afgeschermd van de zomer, achter dikke middeleeuwse muren en weringen in verweerd groen en vieux rose. In de kerk Sainte Marie zoek ik schaduw en hoop. De crypte is een van de verborgen romaanse schatten in het zuiden van de hexagoon. Het hotel Le Prieuré oogt zeer harmonieus, hier zijn architecten in de weer geweest die de exacte symmetrie tussen robuust oud en verfrissend nieuw hebben gevonden.
Ik heb pas heel laat door dat het een geheel onbewuste boutade is voor de wijnen van de Madiran, die drijven op vaak decennia oude stokken tannat, een van ’s werelds oerdruiven. Jonge, slechtgemaakte tannat kan wrang en bitter smaken, alsof je op een Schotse pet zit te kauwen. Oude, versmolten tannat hoort bij de beste wijnen ter wereld. Maar Madiran is klein, en de wijn is niet altijd in overvloed te vinden. We spreken die avond met de vier jonge wijnmakers van het Château de Viella, het Château du Pouey, het Domaine Maouries en het Château Aydie. Ook hier weer: branie, assertiviteit, zelfbewustzijn. ‘We willen de dingen écht veranderen. Een uitstekende tannat hoeft niet boers te zijn, maar kan ook elegantie hebben en finesse.’
En dan is er natuurlijk nog dat buitenbeentje, de Pacherenc du Vic-Bilh, de appellatie met de allermooiste naam der Franse appellaties. Hier wordt bijna uitsluitend dessertwijn gemaakt, in veel maar niet alle gevallen een prima en veel goedkoper alternatief voor Sauternes. De Fransen degusteren het goedje graag bij kaas en, voor de liefhebber, bij een paar plakken eenden- of ganzenlever.

Ik ben verrukt door de kwaliteit en aanpak in Saint-Mont

Nu ja, wat moeten we zeggen over de gastronomie in de Sud-Ouest? Ik vertel graag het verhaal van een restaurant waar men mij jaren geleden en meteen na de landing in Toulouse naartoe had gereden om er een volle magret de canard te eten die doormidden was gesneden en rijkelijk gevuld met smeltende foie gras. Over de berg gevogelte werd een hele pollepel roomsaus met eekhoorntjesbrood genappeerd. Eric Fitan van de AOC Saint-Mont kan hartelijk lachen met het voorval. ‘Onze gastronomie ademt terroir, n’est-ce pas?’
Jazeker, al moeten we tijdens deze trip een paar keer extra om groentjes of salade vragen. De vele kazen, levers, kippen, runderen, trijp en andouillettes AAAAA plegen behoorlijk zwaar op de maag te vallen. ‘Je kunt niet anders dan dat voedsel in overmaat wegspoelen,’ lachen de wijnbouwers van Saint-Mont in koor. Geen wonder dat de wijnen hier vroeger koppig en hardleers waren. Maar bij een lichtere keuken horen wijnen vol finesse.
Ik ben verrukt door de kwaliteit en aanpak in Saint-Mont, en loop blij als een kind in een bollenwinkel door de rijen met wingerds in de eerste museumwijngaard van Frankrijk. Het parceel is een beschermd monument, je vindt er stokken die zo dik en pokdalig zijn dat ik ze spontaan met Monsieur wil aanspreken. ‘Tannat, pinenc, cabernet franc en cabernet sauvignon,’ zegt Eric. ‘En hier zie je de witte druiven. Manseng. Arrufiac. Petit courbu.’
In 1979 richtten de drie kelders van Plaisance, Aignan en Saint-Mont een coöperatieve op, Plaimont. Deze unie ging zeer on-Frans te rade bij sommeliers en specialisten in het buitenland, waardoor de kwaliteit er elk jaar op vooruitging. Een topwijn zoals Le Faîte (zowel in wit als rood) is het vlaggenschip, en te herkennen aan een houten etiket. Zeer exclusief is de Vignes Préphylloxériques, een mondvol voor een tijdloze wijn die gemaakt wordt van een wijnperceel dat uit 1871 stamt. Het perceel bevindt zich op een bodem van rood zand en heeft de phylloxera-epidemie in de negentiende eeuw overleefd. Er zijn maar 1.500 flessen en als u er een bemachtigt, mag u mij altijd een seintje geven. Past naar verluidt uitstekend bij salsa en merengue.

Door Toni De Coninck.

Meer info over de wijnen van de Sud-Ouest vind je hier. Wil je wat dieper ingaan op de materie, dan kun je er doorklikken op de wijnen van de Côtes-de-Gascogne en Madiran. Saint-Mont heeft ook een eigen, overigens in behoorlijk Nederlands opgestelde website, via deze link.
Overnachten raden we je aan in Hôtel Continental in Condom, het sublieme Le Prieuré in Madiran en het somptueuze Monastère de Saint-Mont in Saint-Mont.
Brussel – Marciac is een goede tien uur rijden via Parijs en Bordeaux. Of boek een vlucht naar Toulouse of Pau en huur een auto ter plaatse.

Ontdek nog meer artikels over ...