Juli

Get your shit together,” zegt Mónica tegen me. Ik lig in niets meer dan een slipje op haar behandelingstafel. Mijn rug kraakt als een uitgediend piratenschip waarop sinds kort muiterij is uitgebroken. Ik rol van haar tafel en bij het afscheid neemt ze me nog een laatste maal stevig vast: ‘Praat met je vriendin, en praat met je moeder. Eerst met je moeder want dat is belangrijker.’

‘Nja, nja,’ antwoord ik met een grimas.

‘Al je emoties komen als een zware rugzak op je rug te zitten, Sophie. Dat is niet zomaar een metafoor.’

Mónica leerde ik kennen door in ons dakloos stamcafé citroenen en appelsienen uit onze boomgaard — dat dagelijks wonder — uit te delen. Die wou ze niet zomaar zonder tegenaanbod aanvaarden; ik kreeg ter plaatse een check-up van mijn houding en rug.

‘Ik ben osteopaat,’ zei ze en ze had welgeteld twee seconden nodig om met ongeveinsde misnoegdheid op te merken dat mijn hele rechterhelft geblutst en gebotst is. Mijn wervels klappertandden onder haar bedrijvige spierkracht. Ondertussen ben ik vaste klant.

Als dat maar goed komt, denk ik, binnen een week vertrek ik met de motor naar het zuiden om met een kleurrijk boeketje vriendinnen te brassen en te bulderen zoals alleen godinnen van de jacht, de maan en de liefde dat kunnen. Maar daar denken die opstandige wervels anders over. Wat een gezapige, solitaire motorrit langs de surfspots en lokale tasca’s moest worden, is nu een pijnlijke, rechtstreekse autorit naar Sintra, en alhoewel mijn kolom bij aankomst siddert onder het gewicht van al die aanstekelijke lichtheid, slemp en schrans ik even uitbundig met hen mee. Vakantie is vakantie.

Ook godinnen van de jacht raken al eens gekwetst

Tot de ochtend aanbreekt en ik onder het gekletter van borden en productiviteit — hoe doen die dat toch? — uit mijn bed moet rollen. In de keuken staat Alexia halfnaakt eitjes te bakken terwijl Tara met restjes een royaal ontbijt uit haar mouwen schudt. Britt is aan een stevige work-out bezig en de rest snijdt in licht zedige nachtkledij een zwaar onderwerp aan: de moeder-dochterrelatie. Ik laat me tegen een keukenkast naar beneden glijden en luister in stilte mee. Ze praten fervent over hun moeder, over de dochters die ze waren of de moeders die ze ondertussen zelf zijn en de rekening die ze nog gepresenteerd zullen krijgen.

Hun woorden en de luchtigheid van hun bekentenissen raken me. Ook godinnen van de jacht raken al eens gekwetst en ook godinnen van de liefde ontsteken al eens in woede en onbegrip. Ik denk aan de raad van Mónica, de rugzak die ik meezeul, gevuld met het smeulende verdriet voor het gemis van mijn moeder en vriendin. Aan de goddelijkheid in hun en de heftigheid waarmee we leven. Wij strijden niet met rotjes maar met zilveren bogen en dubbelbladige bijlen die bliksem spuwen.

Ik geniet met volle teugen van dit microklimaat vol vrouwelijke extase

Tegen de laatste dag is iedere gêne van haar taboe ontdaan en geniet ik met volle teugen van dit microklimaat vol vrouwelijke extase. Er volgden die week nog meer gesprekken, op de rand van de zetel met een rosé in de hand, of in een gestolen uurtje als de laatste sigaret al lang gedoofd was. Overdag lazen we elkaars boeken en ’s avonds dronken we shotjes, belandden we in de donkere, dionysische krochten van Lissabon. Mijn rug heeft het allemaal wonderwel doorstaan en ik denk, een stevige shot Vlaamse vrouwen in een Portugees klimaat; een beter recept tegen shit bestaat er niet.

Ontdek nog meer artikels over ...